481.15.11 Boekerpas[//]

Boekerpas is een combinatie van een cultureel paspoort en een boekenspaarpas voor kinderen tot achttien jaar. Elk kind dat lid is van de bibliotheek krijgt een Boekerpas. Hierop staat dan een starttegoed van 5 euro. Iedere keer dat een Boekerpashouder een boek leent bij de bibliotheek wordt er automatisch 10 cent spaartegoed op zijn pas bijgeschreven, met een maximum van 50 cent per week. Met het geld dat op deze manier gespaard wordt kan bij de boekhandel tot 20% korting worden verkregen op de aanschafprijs van jeugd- en kinderboeken. Daarnaast krijgen Boekerpashouders korting op museumbezoek, filmvoorstellingen, theater, dans, muziek en andere culturele activiteiten voor jongeren.

Nadat u deze menu optie heeft gekozen verschijn een invoerscherm:

Velden op het scherm

Boekerpas kan gebruikt worden voor de volgende uitleencategorieën: Selecteer de juiste lenerscategorie uit de dropdown lijst.

Boekerpas bibliotheek en branch ID: Per locatie kunnen ID van bibliotheek en filiaal opgegeven worden.

Export folder: Geef een pad op voor de export via AFO 647 [de applicatie controleert de geldigheid niet].

Let op

Deze functionaliteit is oorspronkelijk ontwikkeld voor een specifieke Nederlandse klant.

481.15.12 Leeftijdsadvies[//]

Om te voorkomen dat materialen voor volwassenen (met name videao's en spelletjes) in handen vallen van kinderen, kan de uitleenmodule geconfigureerd worden om te voorkomen dat materialen waarvoor een leeftijdsadvies geldt zomaar geleend en gereserveerd kunnen worden.

Exemplaren kunnen niet geschikt bevonden worden voor bepaalde leeftijdsgroepen, gebaseerd op een een aanduiding in de titelbeschrijving. Alle formaten gebruiken hetzelfde veld hiervoor (veld 981 - Advisory systems ratings and descriptors), dit is een hard gecodeerde verwijzing naar deze tag in alle formaten.

Wanneer dergelijk materiaal wordt geselecteerd voor uitlening of reservering, en de lener is niet ouder dan de gestelde ondergrens voor leeftijd, dan wordt een foutmelding OF waarschuwing getoond, afhankelijk van de hier ingestelde parameters.

NB

Het is mogelijk speciale iconen te tonen voor leeftijdsadvies in de WebOpac.
Dit moet gedaan worden via de Preferences, vergelijkbaar met wat voor materiaalsoorten gedaan wordt via referentielijsten in het display template.

Nadat u deze menu optie heeft gekozen verschijnt een overzichtsscherm:

Opties op het scherm

Nieuw: Gebruik deze optie om een nieuwe definitie toe te voegen. Zie sectie 481.15.12.1.

Bekijken/wijzigen: Selecteer een regel en dan deze optie om de details van een bestaande definitie te bekijken / wijzigen. Zie sectie 481.15.12.1.

Verwijderen: Selecteer een regel en dan deze optie om de definitie te verwijderen. Het systeem vraagt om bevestiging.

Selectie en volgorde: Met deze optie kunt u een hierarchie aanbrengen inb de Leeftijdsclassificatiesystemen. Zie sectie 481.15.12.2.

481.15.12.1 Toevoegen / wijzigen definitie[//]

Nieuw: Gebruik deze optie om een nieuwe definitie toe te voegen. Er verschijnt een invoerscherm:

Voer en naam in en klik op OK, er verschijnt een volgend invoerscherm:

Velden op het scherm

Verwoording<taal>: Voer een korte omschrijving in voor elke taal.

Authority lijst voor leeftijdsbeperking: Selecteer een toepasslijke authority lijst. Deze worden gedefinieerd in AFO 152 – Databases (Type Authority Lijst) en beheerd via AFO 113 (optie Lijsten).
Selecteer ALLEEN een lijst die is gedefinieerd voor leeftijdsbeperking - groepen. Dit is om te controleren op leeftijd bij uitlening, reservering enz.

Authority lijst voor redenen leeftijdsbeperking: Selecteer een toepasslijke authority lijst. Deze worden gedefinieerd in AFO 152 – Databases (Type Authority Lijst) en beheerd via AFO 113 (optie Lijsten).
Selecteer ALLEEN een lijst die is gedefinieerd voor leeftijdsbeperking – redenen/omschrijving. Dit is om de reden te tonen bij uitlening, reservering enz.

In gebruik voor <AFO/functie>: Selecteer de gewesnte instelling voor elke AFO / Function. Toelichting:

Bekijken/wijzigen: Selecteer een regel en dan deze optie om de details van een bestaande definitie te bekijken / wijzigen. Er verschijnt een invoerscherm zoals hierboven beschreven.

481.15.12.2 Hierarchie[//]

Selectie en volgorde: Met deze optie kunt u een hierarchie aanbrengen inb de Leeftijdsclassificatiesystemen. Er verschijnt een keuzescherm:

Classificatie in gebruik & volgorde: Verplaats de in gebruik zijnde definities naar de rechterkant. Gebruik de pijltjestoetsen om de volgorde waarin de classificatiesystemen gecontroleerd moeten worden te bepalen.

Pas alleen eerstgevonden classificatie toe: Als deze optie aangevinkt is, dan wordt alleen de eerst gevonden definitie toegepast.

481.16 Default parameter settings[//]

Het systeem stelt u in staat een aantal defaults te definiëren. Deze defaults spelen alleen een rol als u de eerste keer de hierna vermelde parameters gaat definiëren. Deze optie is dan ook van relatief weinig belang.

Nadat u deze optie gekozen heeft verschijnt een invulscherm:

Velden op het scherm

Default uitleentermijn: Voer het aantal dagen van de default uitleentermijn in.

Default maximum aantal: Voer het default maximum aantal objecten dat een lener in zijn bezit mag hebben in.

Default boete: Hier voert u het default boetebedrag in per week per object.

Default rappeltermijn (1): Voer in hoeveel dagen na de uitleendatum default rappel 1 moet worden verzonden

Default rappeltermijn (2): Voer in hoeveel dagen het eerste rappel default rappel 2 moet worden verzonden

Default rappeltermijn (1): Voer in hoeveel dagen het tweede rappel default rappel 3 moet worden verzonden

Default rappeltermijn (1): Voer in hoeveel dagen het derde rappel default rappel 4 moet worden verzonden

Default leengeld: Voer het bedrag in dat default als leengeld wordt berekend.

481.17 Uitleenstatus code instellingen[//]

Uitleenstatussen worden gedefinieerd voor elke Metainstelling Uitlening – dat wil zeggen dat de instellingen worden gedeeld (en identiek zijn) voor elke bibliotheek binnen een gezamenlijk uitleensysteem. Het is niettemin mogelijk het gebruik van bepaalde statuscodes te beperken tot specifieke locaties (zie hieronder voor een uitleg). U kunt dus statuscodes als “Vermist1”, “Vermist2”, “Vermist3”, enz. aanmaken, die allemaal net even anders zijn en door verschillende bibliotheken gebruikt kunnen worden.

Nadat u deze optie heeft gekozen verschijnt een overzichtsscherm met de reeds gedefinieerde codes:

Kolommen op het scherm

Uitleenstatus code: de code zelf.

Beschrijving: de omschrijvingvan de code in de huidige taal.

In gebruik: of deze code gebruikt mag worden of niet.

Daarnaast is het mogelijk een “icoon” te definiëren dat wordt getoond naast exemplaren/uitleningen met deze status – deze staan in de linkerkolom (en worden hieronder nader toegelicht).

Opties op het scherm

Nieuwe uitleenstatus code: kies deze optie om een nieuwe code aan te maken. Zie paragraaf 481.17.1 voor verdere details.

Wijzig instellingen uitleenstatus: selecteer een code en dan deze optie om de gegevens te wijzigen. Zie paragraaf 481.17.1 voor verdere details.

Kopieer status: selecteer een code en dan deze optie om een nieuwe code te maken gebaseerd op gegevens van de geselecteerde code.

Annotatie: om opmerkingen bij de status in te voeren. Zie paragraaf 481.17.2 voor verdere details.

Opac display instellingen: om in te stellen hoe de status getoond moet worden in de WebOPAC. Zie paragraaf 481.17.3 voor verdere details.

Locatie restricties: gebruik deze optie om te bepalen op welke locaties de geselecteerde status gebruikt mag worden. Zie paragraaf 481.17.4 voor verdere details.

Uitleenstatus verwerking: om de batch verwerking van de uitleenstatussen op te starten. Zie paragraaf 481.17.5 voor verdere details.

481.17.1 Nieuwe uitleenstatus code[//]

Nieuwe uitleenstatus code: kies deze optie om een nieuwe code aan te maken. Er wordt een invoerscherm getoond. Dit invoerscherm bestaat uit 3 tabbladen. Er is geen belangrijk onderscheid in de 3 tabbladen, ze dienen alleen om bepaalde instellingen logisch samen te groeperen.

Tabblad 1 – Algemeen

Velden op het scherm

Code    Dit is de unieke sleutel van de parameter. In de meeste gevallen wordt deze niet getoond (in plaats daarvan wordt de beschrijving getoond). Het is een simpele code, bijvoorbeeld “Vermist”. Bij een nieuwe code is dit veld wijzigbaar. Wanneer de parameter is opgeslagen kan dit veld niet meer gewijzigd worden.

Omschrijving   Dit is de omschrijving van de parameter die wordt getoond op diverse plaatsen in de applicatie. De omschrijving wordt getoond in de huidige taal van de gebruiker. Wanneer u in meerdere talen werkt, moet de omschrijving voor elke taal ingevoerd worden.

Te tonen icoon            - Bij actieve uitleningen met de betreffende status wordt dit icoon in lijsten met geleende werken en andere plaatsen om aan te geven dat er iets bijzonders aan de hand is met dit exemplaar. Er zijn 15 iconen beschikbaar voor exemplaarstatussen.

De Blauwe letter I wordt ook gebruikt als er alleen een status noot is (en geen specifieke code). De Gele driehoek wordt gebruikt voor een exemplaar dat voor de voorlaatste keer is verlengd en kan dus niet voor iets anders gebruikt worden (d.w.z. dat hij niet voorkomt in de dropdown lijst maar wel op het overzichtsscherm getoond kan worden).

Te tonen exemplaarstatus (personeel)            De verwoording die gebruikt moet worden bij het tonen van de details van een exemplaar waaraan deze status is toegekend. Zie verder paragraaf 481.17.1.1.

Geldig voor      bepaalt de context waarbinnen deze status aan een exemplaar mag worden toegekend. U kunt kiezen uit:

·                Alleen uitleningen             mag alleen toegekend worden aan uitgeleende exemplaren.

·                Geen uitleningen  -           mag NIET toegekend worden aan uitgeleende exemplaren.

·                Elke                    - mag altijd toegekend worden; onafhankelijk van of het exemplaar uitgeleend is of niet.

·                Niet te kiezen       dit wordt gebruikt bij de “NietNormaleTerugbrenging” status, die alleen door het systeem gegenereerd kan worden.

Uitleenstatus    Dit wordt gebruikt om aan te geven hoe exemplaren met deze status moeten worden “beschreven” voor externe interfaces (zoals SIP2 of bij het exporteren van exemplaarrecords). U kunt kiezen uit:

·                Niets bijzonders

·                Volgens lener ingeleverd

·                Kwijt

·                Vermist

·                Overige

Zie ook bij Rapporteer als exemplaar gevonden wordt.

In gebruik: vink aan wanneer deze code gebruikt mag worden.

Verwijderen als niet langer in gebruik            Wanneer de In Gebruik vlag NIET is aangevinkt, kan de betreffende status niet worden gebruikt (en wordt ook niet aangeboden). Zulke codes kunnen niet zonder meer verwijderd worden als ze toegekend zijn aan een exemplaar. Als deze optie is aangevinkt zal het systeem deze code verwijderen zodra er geen exemplaren meer zijn waar deze status aan is toegekend.

Tabblad 2 – Wanneer gezet

Velden op het scherm

Boeteberekening opschorten, Boetes genereren- Zie de toelichting op boeteafhandeling in paragraaf 481.17.1.2.

Rappels opschorten Hiermee wordt aangegeven dat er geen rappels meer moeten worden geproduceerd voor deze uitlening.

Maak factuur   - Hiermee wordt aangegeven of er een vergoedingsrekening gegenereerd moet worden als deze status wordt toegekend.

Behoud als uitlening (dagen)- Afhankelijk van wat de status in de praktijk betekent kan een exemplaar, bij het toekennen van deze status al dan niet uitgeleend blijven. Als de status bijvoorbeeld bedoeld is om geen boete meer te laten oplopen kan hier 99999 ingevuld worden, d.w.z. dat het exemplaar wel uitgeleend blijft. Als daarentegen zeker is dat het exemplaar niet meer bestaat, moet hier 0 ingevuld worden, d.w.z. dat het niet meer voorkomt in de lijst van geleende werken van de lener.
Maar voor statussen zoals “volgens lener al ingeleverd” kan het beleid zijn dat de uitleentransactie nog blijft bestaan zolang de zaak in onderzoek is. Aan het einde van deze periode zal, wanneer geen verdere actie wordt ondernomen, het exemplaar verwijderd worden uit de lijst van geleende werken van de lener (de status wordt wel gelogd in het lenersrecord). Als het exemplaar toch gevonden wordt kan het op de normale manier worden ingenomen en wordt deze status niet gelogd in het lenersrecord.

Sla op bij status geschiedenis – Optioneel houdt het systeem een geschiedenis bij van statuswijzigingen in het exemplaarrecord. Voor bepaalde statussen is dit niet interessant – wanneer bijvoorbeeld de status “volgens lener al ingeleverd” was gezet en het exemplaar vervolgens werd ingeleverd, hoeft deze informatie niet bewaard te worden.

Let op

Het systeem bewaart altijd de VORIGE status van een exemplaar, wanneer de status gewijzigd wordt. Zo blijft bewaard dat een exemplaar Vermist was ook als het daarna weer gevonden is.

Beschouw exemplaar als niet beschikbaar- Zijn exemplaren met deze status wel of niet beschikbaar.

Exemplaren met deze status mogen gewijzigd worden- Geef aan of exemplaren met deze status gewijzigd mogen worden. De opties zijn:

·                Ja – het exemplaar mag gewijzigd worden (bijv. in AFO 423)

·                Nee – de exemplaargegevens kunnen niet gewijzigd worden (bijv. in 423)

·                Waarschuwen – in dit geval verschijnt er een waarschuwing wanneer u de exemplaargegevens wilt wijzigen (bijv. in AFO 423)

Exemplaar is 'op de plank       ** Gereserveerd voor toekomstig gebruik **

Exemplaar is niet te reserveren          wanneer deze status is toegekend mag het exemplaar niet gebruikt worden om een reservering te honoreren.

Exemplaar mag niet aangevraagd worden     wanneer deze status is toegekend kunnen er voor het exemplaar geen magazijnaanvragen geplaatst worden.

Uitleen via SIP2 toegestaan – wanneer deze optie is aangevinkt mogen exemplaren met deze status worden uitgeleend via SIP2.

Nieuwe exemplaren niet onderscheppen voor reservering: vink deze parameter aan als u wilt dat nieuwe exemplaren met deze status onderschept worden voor reserveringen. Voor bijvoorbeeld statussen zoals “in bewerking”, “catalogusafd.”, enz. Elke status waarbij deze parameter is aangevinkt, verschijnt in de dropdown lijst van AFO 469 – Diversen - Default uitleenstatus voor nieuw ingevoerde exemplaren.
Als u wilt dat het systeem u waarschuwt wanneer de barcode van een exemplaar met deze status wordt gescanned in
AFO 411, AFO 412 oF AFOs 463/464, zet dan ook de ‘Rapporteer als exemplaar gevonden wordt' vlag op het tabblad Verdere verwerking.

Tabblad 3 – Verdere verwerking

Velden op het scherm

Rapporteer als exemplaar gevonden wordt- Wanneer een exemplaar wordt uitgeleend of ingenomen, onderschept wordt voor de paklijst of verstuurd wordt naar een andere locatie (bijv. via AFO 462) zal het systeem deze speciale status verwijderen (en mogelijk de historische informatie bewaren als boven beschreven). Als dit is aangevinkt zal de medewerker een waarschuwing krijgen gedurende deze activiteiten. Waneer een status alleen is toegekend om boeteberekening te stoppen, dan is het waarschijnlijk niet nuttig een waarschuwing te geven als zo'n exemplaar weer wordt ingeleverd.

Boetes negeren- Zie de toelichting op boeteafhandeling in paragraaf 481.17.1.2..

Wijziging in uitleenstatus, Na hoeveel dagen- Het idee hierachter is dat als een exemplaar al heel lang de status “volgens lener ingeleverd” heeft, het waarschijnlijk echt zoek is. Het systeem zal de status omzetten in de hier opgegeven status na het hier opgegeven aan al dagen.

Hoe lang actueel houden (dagen) – Alle statussen toegekend aan een uitgeleend exemplaar worden gelogd in het lenersrecord (behalve wanneer ingeleverd gedurende de Behoud als uitlening periode). Wanneer een lener herhaaldelijk claimt dat hij materialen al ingeleverd heeft (om boetes te ontlopen) moet dit natuurlijk gesignaleerd worden. Met deze parameter wordt bepaald hoe lang een dergelijke status relevant blijft. Zie de help voor AFO 482 – Uitleenparameters : lenersadministratie – Blokkeren leners voor meer informatie

Let op

Wanneer een uitgeleend exemplaar een statuscode toegekend krijgt van het type “Volgens lener ingeleverd”, “Kwijt” of “Vermist” en het exemplaar vervolgens wordt uitgeleend aan een andere lener (terwijl het nog uitgeleend was) wordt de status “NietNormaal Teruggebracht” NIET gegenereerd.

481.17.1.1 Functionele implicaties van exemplaarstatus

De speciale exemplaarstatus verwijderen

De exemplaarstatus wordt “verwijderd” op plaatsen in het systeem waar het feitelijke bestaan van het exemplaar impliciet is. Dit betekent dat exemplaarstatussen worden verwijderd in geval de exemplaarbarcode wordt gescand bij Uitlenen (AFO 411), Innemen (AFO412), Verlengen (AFO 413/Verlengen per exemplaar). Bovendien impliceren de transfer opties in AFO 462, 463 ook het feitelijke bestaan van het exemplaar.

De status kan ook verwijderd worden in AFO 423 (beheer exemplaren). Waar bovengenoemde situaties impliceren dat personeel het materiaal “in handen” heeft, is dat hier niet het geval. Daarom heeft het systeem verdere informatie nodig over waar het exemplaar werkelijk is.

Als de opgeslagen locatie dezelfde is als de huidige, zal het systeem aannemen dat het exemplaar echt “hier” is, anders biedt het systeem vijf mogelijkheden:

1.              Het exemplaar verplaatsen naar de huidige locatie.

2.              Het exemplaar verplaatsen naar de huidige locatie en het dan in transit zetten naar de huidige beheerderslocatie.

3.              Het exemplaar verplaatsen naar de huidige locatie en het dan in transit zetten naar de huidige eigenaarslocatie.

4.              De laatst genoteerde locatie als de huidige locatie nemen.

5.              Geen van deze.

In het laatste geval moet de medewerker handmatig de gegevens aanpassen het exemplaar in beweging zetten enz. (dat is in feite toepassen van optie 4).

Wanneer het exemplaar wordt “gevonden” in AFO 411, 412, enz. and de huidige locatie is NIET de beheerderslocatie, dan wordt het exemplaar tijdelijk toegewezen aan de huidige locatie.

De instelling van de parameter Beschouw exemplaar als niet beschikbaar bepaalt hoe het exemplaar behandeld wordt. Als dit is aangevinkt worden exemplaren met de bewuste status feitelijk beschouwd als zijnde vermist. Dat wil zeggen dat ze niet op de reserveringspaklijst voorkomen e.d.

481.17.1.2 Boeteafhandeling

De parameter “Boeteberekening opschorten” betekent dat het systeem geen boete berekent voor deze uitlening (zolang deze status is gezet). Op diverse plaatsen hanteert het systeem het begrip van ‘verschuldigde boete' (boete die betaald zou moeten worden als het exemplaar op dat moment ingeleverd zou worden). Wanneer “Boeteberekening opschorten” is aangevinkt, dan is er geen verschuldigde boete.

Dat roept de vraag op wat er gebeurt als het exemplaar te laat is op het moment dat de status wordt toegekend. De parameter “Boetes genereren” zegt het systeem dat de boete berekend en betaalbaar gemaakt moet worden. Voor een “volgens lener ingeleverd” status zal deze optie NIET aangevinkt zijn; terwijl de meeste bibliotheken voor een kwijtgeraakt exemplaar wel boete berekenen (en ook een vergoedingsrekening sturen).

Aangenomen dat de parameter “Boeteberekening opschorten” is aangevinkt zal het systeem vanaf dat moment geen verdere boete berekenen. Wat gebeurt er dan als het exemplaar wordt ‘gevonden', bijvoorbeeld nadat de lener heeft gezegd dat het al ingeleverd was? Normaal gesproken wordt dit dan Inforcepteerd, het exemplaar ingenomen en eventuele boetes genegeerd. Het is echter mogelijk het systeem toch de boete berekent en betaalbaar maakt, hetgeen wel een uitzonderlijke instelling zou zijn.

Er is een mogelijk verschil tussen de acties die ondernomen moeten worden wanneer het exemplaar ‘tevoorschijn komt' na een handeling via backup of self service, vandaar dat er aparte opties zijn voor personeel en offline. De optie ‘Vragen' is uiteraard niet van toepassing op Offline.

Tenslotte moet opgemerkt worden dat wanneer het exemplaar te laat is op het moment dat de status wordt toegekend en boetes zijn gegenereerd, geen verdere boetes zullen worden berekend. Dus als bijvoorbeeld het exemplaar nog enige tijd uitgeleend blijft na het toekennen van de status en vervolgens wordt ingeleverd, worden de boetes genegeerd. (Aan de andere kant, als het exemplaar niet te laat is op het moment dat de status wordt toegekend, zouden er nog geen boetes zijn, maar als het exemplaar dan te laat wordt ingeleverd wordt er WEL boete berekend!). Wat dit betekent is dat het systeem maar EEN MAAL boete zal berekenen voor een gegeven uitleentransactie – enige andere logica zou te verwarrend zijn voor personeel en leners.

481.17.2 Annotatie[//]

Annotatie: om opmerkingen bij de status in te voeren. Dit is niet alleen bedoeld voor opmerkingen, maar ook voor een uitleg wat de bedoeling is van de parameterinstellingen bij deze code. Selecteer een code en dan deze optie, waarna een invoerscherm verschijnt:

Let op

Commentaar is NIET meertalig – en is alleen bedoeld voor gespecialiseerd personeel.

481.17.3 Opac display instellingen[//]

Voor sommige statussen is een andere verwoording nodig in de applicatie dan in de WebOpac. Wanneer de status alleen “boeteberekening opschorten” inhoudt, heeft dit geen impact op de status van het exemplaar zelf – dat is nog steeds uitgeleend.

Voor andere, zoals “volgens lener ingeleverd” is het voor het personeel duidelijk om het in de applicatie als zodanig te tonen, maar is “niet beschikbaar” beter voor de WebOpac.

Opac display instellingen: om in te stellen hoe de status getoond moet worden in de WebOPAC. Selecteer een code en dan deze optie. Onderstaand scherm wordt getoond:

Selecteer een taal door erop te klikken. Er wordt een invulscherm getoond waarop de gewenste tekst kan worden ingevoerd:

Display voor exemplaren in OPAC: hoe moeten dergelijke exemplaren worden omschreven gezien vanuit de bibliografische gegevens.

Display voor uitleningen (lener): als ze uitgeleend zijn, hoe moeten exemplaren dan worden omschreven in de lijst van geleende werken bij een lener.

Let op

Deze displays hebben VOORRANG boven alle andere exemplaarstatussen – er zal bijvoorbeeld “vermist” staan in de WebOpac in plaats van de vervaldatum.

Als deze velden leeg gelaten worden, wordt de status genegeerd en zal de ‘normale' status worden getoond (met andere woorden, de toegekende status is niet interessant voor het publiek) – het feit dat er geen boete wordt berekend is bijvoorbeeld niet relevant in de WebOpac.

481.17.4 Locatie restricties[//]

Uitleenstatussen worden gedefinieerd voor elke meta instelling uitleen – d.w.z. dat de parameters identiek zijnvoor  en gedeeld worden door alle bibliotheken in een gezamenlijk uitleensysteem. Maar het is mogelijk om gebruik van statussen te beperken tot specifieke locaties. Dus men kan bijvoorbeeld statussen als "Vermist1", "Vermist2", "Vermist 3" definiëren met iets andere regels voor gebruik op verschillende locaties.

Locatie restricties: gebruik deze optie om te bepalen op welke locaties de geselecteerde status gebruikt mag worden. Selecteer een code en dan deze optie, waarna een invoerscherm verschijnt:

Op dit scherm staat de volledige lijst met locaties (van de huidige MetaInstelling Uitlening) in de vorm Instelling/Locatie in het linker gedeelte. Geselecteerde locaties kunnen naar rechts worden verplaatst. De locaties in het rechter gedeelte mogen deze status NIET gebruiken. Als default is een status beschikbaar voor alle locaties.

481.17.5 Nachtverwerking[//]

Er zijn diverse tijd-afhankelijke processen die horen bij de uitleenstatuscodes die hierboven zijn beschreven. Dit zijn:

·                Het automatisch wijzigen van een status in een andere status

·                De periode gedurende welke een status wordt beschouwd als ‘actief' voor een lener

·                De periode gedurende welke de uitlening nog als uitlening beschouwd wordt (de parameter Behoud als uitlening)

·                De mogelijkheid om codes geheel te verwijderen (wanneer de parameter Verwijderen als niet langer in gebruik is aangevinkt)

Uitleenstatus verwerking: om de batch verwerking van de uitleenstatussen op te starten. Nadat u deze optie heeft gekozen schakelt het systeem naar het standaard dialoogscherm voor het starten van processen.

Wanneer dit proces wordt gestart in batch of memory modus, zal er een rapport beschikbaar zijn via AFO 642. Het rapport wordt aangemaakt in de taal die is gespecificeerd (AFO 611) in het record van de gebruiker die het proces opstart. De output zal niet wijzigen in de taal van degene die het rapport bekijkt, aangezien het wordt uitgeschreven als onderdeel van de verwerking.

Voorbeeld van zo'n rapport:

Resultaten van uitleenstatus verwerking        : 23 nov 2006 12:31

Totaal aantal objecten verwerkt                 : 2368
Totaal aantal objecten met huidige uitleenstatus  : 55
Totaal aantal objecten waarvan status is gewijzigd       : 0
Totaal aantal objecten uit uitleen gehaald            : 0
Totaal aantal leners verwerkt             : 5158
Totaal aantal leners waarvan status is gewijzigd : 0
Totaal uitleenstatus codes verwijderd          : 0

481.18 Zwervend materiaal[//]

Zwervend materiaal is materiaal dat geen permanente eigenaar locatie heeft(d.w.z. de beheerder is de locatie waar het exemplaar voor het laatst werd ingeleverd). Dit wordt veel gebruikt voor populaire pocketuitgaven.

Daarvan koopt een bibliotheek vaak veel exemplaren die snel circuleren en geen lange levensduur hebben. Daarom is het efficiënter in beheer om het exemplaar te laten daar waar het ingeleverd is. Wanneer een exemplaar wordt ingeleverd krijgt het automatisch de instelling en locatie code van de plek waar het is ingeleverd.

Dergelijke titels/exemplaren kunnen gereserveerd worden. Er is een parameter die bepaald of zwervend materiaal reserveringen buiten de actuele locatie kan honoreren (d.w.z. op transport gaan naar een andere locatie voor een reservering) of alleen reserveringen kan honoreren op de locatie waar het is ingeleverd. Als zwervend materiaal alleen reserveringen op de huidige locatie mag honoreren, dan worden reserveringen van andere locaties, onafhankelijk van hun prioriteit, niet gehonoreerd door zwervend materiaal.

Nadat u deze optie heeft gekozen verschijnt een sub menu:

De opties worden in de volgende paragrafen beschreven.

481.18.1 Diversen[//]

Nadat u deze optie heeft gekozen verschijnt een parameterscherm:

Exemplaren van deze instelling/locatie maken deel uit van Zwervend materiaal: Als deze parameter NIET is aangevinkt, nemen exemplaren van deze instelling/locatie geen deel aan Zwervend materiaal. Als deze parameter WEL is aangevinkt, kunnen exemplaren van deze locatie op een andere locatie blijven wanneer ze daar ingenomen worden.

Toestaan dat Zwervend materiaal exemplaren naar andere locaties gestuurd worden: Als deze parameter NIET is aangevinkt, zal een zwervend materiaal exemplaar niet naar andere locaties gestuurd worden om een reservering te honoreren. Allen reserveringen van de actuele locatie worden gehonoreerd en als er geen reserveringen zijn voor de actuele locatie dan blijft het exemplaar daar. Als deze parameter WEL is aangevinkt gebruikt het systeem de standaardmethode voor het onderscheppen van reserveringen.

481.18.2 Parameters per objectcategorie[//]

Nadat u deze optie heeft gekozen verschijnt een invoerscherm:

Voor elke objectcategorie kan het volgende aangegeven worden:

·                Exemplaren van deze instelling maken deel uit van Zwervend materiaal (0 of1) – Als dit op 0 staat nemen exemplaren van deze objectcategorie en instelling/locatie geen deel aan Zwervend materiaal. Staat dit op 1, dan kunnen exemplaren van deze objectcategorie en instelling/locatie op een andere locatie blijven wanneer ze daar ingenomen worden.

·                Aantal exemplaren toegestaan op locatie. Als deze parameter bijv. op 500 staat voor CD's wordt deze parameter gecontroleerd (in AFO 412 – Innemen) om te bekijken of het Zwervend materiaal algoritme moet worden toegepast. Als de innamelocatie op dit moment 502 CD's heeft, wordt het exemplaar niet behouden. Als de innamelocatie op dit moment 495 CD's heeft, blijft het ingenomen exemplaar op deze locatie. Als hier niets of 0 is ingevuld, volgen exemplaren van deze objectcategorie op deze locatie niet de Zwervend materiaal logica.

·                Aantal dagen na invoer dat exemplaar kan gaan 'zwerven'. Als een exemplaar wordt ingenomen, wordt deze parameter gecontroleerd ) om te bekijken of het Zwervend materiaal algoritme moet worden toegepast. Als het exemplaar minder dan x dagen geleden in het systeem is ingevoerd, voldoet het niet aan de criteria voor Zwervend materiaal.

481.18.3 Parameters per objectcategorie/sublocatie[//]

Nadat u deze optie heeft gekozen verschijnt een overzichtsscherm:

Opties op het scherm

Invoeren: Gebruik dez eoptie om een nieuwe parameter in te voeren. Zie sectie 481.18.3.1.

Wijzigen: Selecteer een regel en dan deze optie om de details te bekijken / wijzigen. Zie sectie 481.18.3.1.

Schrappen: Selecteer een regel en dan deze optie om de parameter te verwijderen. Het systeem vraagt om bevestiging.

481.18.3.1 Toevoegen / wijzigen code[//]

Nadat u de optie Invoeren of Wijzigen heeft gekozen verschijnt een invoerscherm:

Dit is een aparte tabel waarmee het aantal toegestane exemplaren op een locatie kan worden ingesteld op basis van objectcategorie en sublocatie. Als deze parameter bijv. op 500 staat voor CD's wordt deze parameter gecontroleerd (in AFO 412 – Innemen) om te bekijken of het Zwervend materiaal algoritme moet worden toegepast. Als de sublocatie op dit moment 502 CD's heeft, wordt het exemplaar niet behouden. Als de sublocatie op dit moment 495 CD's heeft, blijft het ingenomen exemplaar op deze locatie.

Wanneer u meerdere sublocaties selecteren, kan elke sublocatie het toegestane aantal exemplaren hebben. Als er geen waarden zijn ingevuld voor een objectcategorie/sublocatie combinatie neemt het systeem de waarde ingesteld voor de objectcategorie om te bepalen of Zwervend materiaal logica moet worden toegepast.

Als u niet wilt beperken op sublocaties kan deze tabel leeg blijven.

Een tabel (voor een specifieke instelling/locatie) omvat een aantal criteria, zoals

·                Objectcategorie W + Sublocatie X = 250

·                Objectcategorie W + Sublocatie Y = 200

·                Objectcategorie W + Sublocatie Z = 0

·                Objectcategorie W + geen sublocatie = 500

481.18.4 Parameters per objectcategorie/statistische categorie[//]

Nadat u deze optie heeft gekozen verschijnt een overzichtsscherm:

Opties op het scherm

Invoeren: Gebruik dez eoptie om een nieuwe parameter in te voeren. Zie sectie 481.18.4.1.

Wijzigen: Selecteer een regel en dan deze optie om de details te bekijken / wijzigen. Zie sectie 481.18.4.1.

Schrappen: Selecteer een regel en dan deze optie om de parameter te verwijderen. Het systeem vraagt om bevestiging.

481.18.4.1 Toevoegen / wijzigen code[//]

Nadat u de optie Invoeren of Wijzigen heeft gekozen verschijnt een invoerscherm:

Dit is een aparte tabel waarmee het aantal toegestane exemplaren op een locatie kan worden ingesteld op basis van objectcategorie en sublocatie. Als deze parameter bijv. op 500 staat voor CD's wordt deze parameter gecontroleerd (in AFO 412 – Innemen) om te bekijken of het Zwervend materiaal algoritme moet worden toegepast. Als de objectcategorie/statistische categorie combinatie op deze locatie op dit moment 502 CD's heeft, wordt het exemplaar niet behouden. Als de objectcategorie/statistische categorie combinatie op deze locatie op dit moment 495 CD's heeft, blijft het ingenomen exemplaar op deze locatie.

Wanneer u meerdere statistische categorieën selecteren, kan elke statistische categorie het toegestane aantal exemplaren hebben. Als er geen waarden zijn ingevuld voor een objectcategorie/statistische categorie combinatie neemt het systeem de waarde ingesteld voor de objectcategorie om te bepalen of Zwervend materiaal logica moet worden toegepast.

Als u niet wilt beperken op statistische categorie kan deze tabel leeg blijven.


·                     Document control - Change History

 

Version

Date

Change description

Author

1.0

May 2008

creation

 

2.0

August 2008

various updates; added info on courtesy notes for expired membership; info on stack request parameters

 

2.1

October 2008

new parameters for loaning from/returning to different locations; new parameters for mailmerge/label printing

 

2.2

December 2008

new parameters for RFID webservices

 

3.0

October 2009

new options for: print parameters, copy parametrs, loan fees, fines, loans, renewals, returns, reservations, transits, borrower details, invoicing, SIP2, guest loans, floating stock; various textual improvements
Part of 2.0 updates

 

4.0

September 2010

New options for: reduced loan period for reservation ratio exceeded; loan history by owner; removal of picture link; loan status codes; special fine rules; SIP2; RFID; Boekerpas; Age content restrictions; new column reservation areas; more on recall parameters; update last return date for item not on loan
part of 2.0.06 updates

 

5.0

March 2011

new parameter to Refuse Webopac reservations when on shelf items are found; option to define column width for picklist printing; more on Age content restrictions schemes; reference to general help for enabling sounds
part of 2.5 updates